Als je aan een markt denkt, dan komen we snel in de nostalgische beelden terecht. Een Vlaamse zender maakte er onlangs nog een portie reality televisie van. Mensen achter hun standjes in het openlucht, hun goederen volop aanprijzend aan voorbijgangers. Waar misschien met kortingen producten van eigenaar wisselen. Uiteraard voor geld, dat is nu eenmaal economie.
Charmant, ja. Maar achter die gezelligheid schuilt iets anders: de markt van vandaag heeft geen kraampjes meer, ze zit in ons hoofd. Misschien minder zichtbaar is hoe die virtuele markt binnensluipt in ons dagelijks leven. Kinderen krijgen beloningen om goede cijfers te halen. Gezondheid wordt gemeten in abonnementen en apps. Tijd en aandacht worden producten. Het past in Michael J. Sandels visie: “We zijn geëvolueerd van een markteconomie naar een marktsamenleving.” De markt verkoopt geen spullen meer, ze verkoopt betekenis.
Een markteconomie gebruikt prijzen om goederen te verdelen. Goederen worden geproduceerd uit grondstoffen, ze worden verspreid in verkoopkanalen en u en ik trekken naar de winkel om ons wekelijks boodschappenlijstje af te werken. We laten onze winkelkar vol die uiteindelijk via de kofferbak in onze voorraadkast terecht komt. Een routine die we wekelijks herhalen. Het is ook vooral een mechanisme om in onze dagelijkse behoeftes te voorzien.
Marktsamenleving
Een marktsamenleving werkt net iets anders. Geen winkelkar, vaak ook geen fysiek product dat van eigenaar veranderd. Een marktsamenleving gebruikt prijzen om waarde te bepalen. Wie meer betaalt, mag sneller geholpen worden bij de dokter. Of kan snel een scan krijgen in het ziekenhuis, als je tenminste bereid bent om ’s nachts op te staan. Kinderen met rijke ouders kunnen zich peperdure repetitoren veroorloven om bij een ingangsexamen zo hoog mogelijk gerangschikt te geraken.
Een student die drie bijbanen combineert om te kunnen studeren. En dan geen tijd heeft voor zijn eigenlijke studies. Een alleenstaande ouder die zorg, werk en administratie in evenwicht probeert te houden — omdat de markt geen pauze kent.”
Science fiction? Realiteit van de dag! Als je de prijzen hoorde die net niet gunstig gerangschikten op het ingangsexamen mochten neertellen. Zorg, onderwijs en zelfs rust zijn koopwaar geworden.
Aandacht
Reclame en algoritmes kopen onze aandacht — seconde per seconde. Posts van sociale media verkopen ons een geweldig, gelukkig leven. We raken gewend om alles te zien als transactie. Wat geen prijs heeft, lijkt plots geen waarde meer te hebben.
En zo verwordt een mens langzaam maar zeker een product op zichzelf… Werk draait niet langer om zinvolheid, maar om rendement. En zorg er maar voor dat je rendement hoger ligt dan dat van de kunstmatige intelligentie! Je cv is je identiteit, je tijd is geld, je aandacht een verdienmodel. We hebben geleerd onze eigen waarde te berekenen — en dat maakt ons arm, zelfs als we rijk zijn.
En al snel komt het principe van waardigheid om de hoek te kijken. En wat is daar dan de prijs van? Want we verwarren prijs met waarde, keuze met vrijheid, winst met goedheid. Wie iets niet kan betalen, lijkt ook minder waard.
Tirannie
En daar sluipt iets verraderlijks binnen… De “tirannie van verdienste” zoals Sandel dit definieert. Succes wordt een moreel oordeel: wie wint, “verdient” het. Wie verliest, “is zelf schuld.”
Een actueel voorbeeld? Schrijnende verhalen van werkloosheid en het wegvallen van een uitkering. Voor zij die van het systeem profiteerden, daar zal niemand een bezwaar tegen maken. Maar zij die in de maatschappij pech combineren met een reeks van tijdelijke tewerkstellingen, omdat ze geen keuze hebben, maar wel de wil om te werken. Voor hen wordt het rekenen, dagen tellen, drempels overschrijden…
Het klinkt een beetje alsof “het hebben van geluk”, wordt geïnterpreteerd als een “prestatie”. De markt beloont verdienste, maar vergeet genade.
Stel je een samenleving voor waar tijd, zorg, en vertrouwen opnieuw centraal staan.
Waar onderwijs niet draait om “competentie”, maar om nieuwsgierigheid. Waar werk niet enkel loon is, maar ook erkenning. Waar rust geen luxe is, maar een recht.
Grenzen trekken
Besef dat we opnieuw moeten leren grenzen trekken. Niet alles hoort thuis op de markt. Sommige waarden — liefde, aandacht, vriendschap, zorg, vertrouwen — kunnen enkel bestaan zonder prijskaartje. De toekomst begint waar we durven zeggen: “Dit verkopen we niet.” Een samenleving is geen markt, maar een gemeenschap.
Misschien begint een nieuw tijdperk niet met innovatie, maar met stilte. Niet met winst, maar met waardigheid. In een wereld die alles verkoopt, wordt menselijkheid onze laatste vorm van rijkdom. Want als alles te koop is, verliezen we langzaam wat ons mens maakt.

