Ineens was er dat typische ‘stop de persen’-moment: het Nederlandse dorp Moerdijk dreigt te verdwijnen. Niet door natuurgeweld, niet door demografische leegloop, maar door de energietransitie. Het dorp zou moeten wijken voor de uitbreiding van energie-infrastructuur in het zicht van de industriële achtergrond.
De burgemeester sprak over het grote offer dat er van de inwoners gevraagd werd. En in dezelfde zin klonk het over ‘verantwoordelijkheid’ nemen. Tegelijkertijd begrip vragen én schuld bekennen — het lijkt een gewoonte van deze tijd te zijn. En dat onder het mom van een offer in naam van ‘het algemeen belang’.
Schaduw van Doel
Het verhaal roept onmiddellijk de herinnering op aan Doel, het polderdorp in de Antwerpse haven dat decennialang balanceerde tussen verdwijnen en overleven. Jarenlang leek het lot bezegeld: sloop, havenuitbreiding, eindpunt. Het dorp bloedde leeg, huizen verloederden… Doel werd een spookdorp. Maar toen kwam de kentering: politieke akkoorden, juridische volharding, en een hernieuwde visie op erfgoed en landschap.
Volgens actiegroep Doel 2020 is deze kentering symbolisch vooral erg belangrijk. Doel zal op termijn terug evolueren naar een woondorp. Huizen worden nu gerenoveerd, erfgoed wordt hersteld. Mensen krijgen de kans hun onteigende woningen terug te verwerven. Het dorp dat ooit moest verdwijnen, krijgt opnieuw ademruimte. Een zeldzame, maar hoopvolle correctie op een beslissing die jarenlang als onvermijdelijk werd voorgesteld.
De vraag die boven Moerdijk hangt is dus logisch: Als Doel kon terugkeren uit de dood, moet Moerdijk dan echt verdwijnen?
De Europese paradox
We moeten vooruit, maar waar naartoe? Energietransitie is geen luxe gril meer, het is een bittere noodzaak. Europa wil weg van het Russische aardgas, weg van olie, weg van steenkool en zelfs nog bruinkool. We willen bovendien als het over energie gaat – gezien de geopolitieke context – onafhankelijk, schoon en veilig zijn. Dat betekent meer wind, meer zon, meer kabels, meer opslag. Kortom, er is nood aan meer ruimte voor onze energie infrastructuur.
Maar Europa is klein, volgebouwd en historisch gelaagd. Elk stuk grond heeft een geschiedenis, een gemeenschap, een landschap en dus een ruimere betekenis. En precies daar wringt het: vooruitgang vraagt ruimte, maar ruimte is precies wat we níét hebben. En dit maakt elke transitie en dus ook de energietransitie tot een moreel mijnenveld. En dan kom je onvermijdelijk bij de vragen: “Wat is de prijs van onafhankelijkheid?” of “Mag een gemeenschap verdwijnen voor een batterijpark dat miljoenen anderen dient?” Waar is de dunne lijn tussen solidariteit en onrecht?
Wat wij níét willen worden
Stel dezelfde vraag in China en je krijgt een duidelijk, maar vermoedelijk een ander antwoord. In China worden dorpen, wijken en valleien regelmatig verplaatst of ontruimd voor stuwdammen, industrieparken of energiehubs. De beroemde Drieklovendam verplaatste meer dan een miljoen mensen. Beslissingen worden in dat land ‘top-down’ genomen. Nationaal belang zet lokaal leven totaal in de schaduw.
China is hier geen karikatuur, maar een spiegel: het toont hoe vooruitgang eruitziet wanneer efficiëntie het van menselijkheid wint. In Europa — en in Moerdijk — gaat het anders: traag, onhandig, juridisch complex, soms pijnlijk, altijd vermoeiend. Als we al zien wat een moeite het kost om een nieuwe installatie vergund te krijgen in een erkend industrie gebied, wat zal het straks worden als ze een compleet dorp van de kaart willen vegen.
Onhandig vanuit economisch perspectief. Maar misschien net een teken van iets waardevols? Dat we niet willen worden zoals China? Dat we menselijke verhalen, rechten, wortels niet zomaar wegstrepen voor ‘efficiëntie’? Toegegeven, onze traagheid is soms frustrerend. Maar het is tegelijk bewijs dat Europa menselijkheid niet wil inruilen voor snelheid.
Vooruitgang die achteruitgang wordt
We mogen één fundamentele fout niet maken: economische vooruitgang verwarren met menselijke vooruitgang. Industrie groeit en energie stroomt. Maar mensen ‘moeten’ verdwijnen. Dat is geen vooruitgang. Dat is ruilhandel. En meestal een slechte.
Op de vraag “Hebben we energie nodig?” antwoorden we uiteraard ja, als we de stekker van onze elektrische wagen inpluggen. Op de vraag: “Welke prijs willen we ervoor betalen” is het antwoord dat je krijgt gevarieerder. En vaak gekleurd door de brenger van de boodschap.
Een land dat dorpen offert, offert niet alleen stenen, maar ook tijd, herinnering, identiteit. En dat roept uiteraard bezwaren op. Vooruitgang mag nooit blind zijn. Energietransitie mag nooit een mensentransitie worden. En een duurzaam Europa kan niet gebouwd worden op de brokstukken van gemeenschappen.
Onze waarden toetsen
Moerdijk is meer dan een dorp aan een industriehaven. Het is een lakmoesproef voor Europa. Kiezen we voor een model waarin infrastructuur automatisch wint van menselijke geschiedenis? Of zoeken we naar creatieve oplossingen waarbij vooruitgang niet betekent dat mensen verdwijnen, maar dat ze betrokken worden? Doel bewees dat er alternatieven zijn. Een dorp dat ‘moest verdwijnen’ kan opnieuw een dorp kan worden. Heropbouw is mogelijk, menselijke waarde kan een plaats krijgen in economische besluitvorming. Misschien moeten ze in Moerdijk eens een persoverzicht van Doel doornemen — het had hen een pijnlijk ommetje politieke besluitvorming kunnen besparen..
“Kan vooruitgang nog vooruitgang heten als ze gepaard gaat met verlies van het menselijke?”

