Wat gebeurt er als we allemaal onze eigen wereld hebben?

Over hoe gepersonaliseerde content ons begrip van realiteit opsplitst.

De donkere keuken van de democratie

Er wordt vaak gezegd dat algoritmes onze informatie personaliseren, maar eigenlijk gebeurt er iets subtielers. We krijgen geen maaltijd meer van een echte chef-kok. We bestellen bij een dark kitchen. Een keuken zonder restaurant, zonder tafels, zonder kelners, zonder publiek domein. Niemand weet precies wie er kookt, welke ingrediënten worden gebruikt, of welke recepten worden gevolgd. Het eten verschijnt aan onze deur in een warmhoudzakje, perfect afgestemd op onze smaak, maar zonder enige transparantie over de herkomst.

Zo is het ook met de informatie die ons bereikt. Ze komt niet meer uit redacties, debatten, cafés of dorpspleinen, maar uit onzichtbare keukens waar algoritmes onze voorkeuren analyseren en gerechten samenstellen die precies passen bij wat wij blijkbaar willen horen. De kok is niet meer. Het restaurant is gesloten. Het publieke gesprek is vervangen door een stroom hapklare brokken die op maat worden gefilterd.

En net zoals bij een dark kitchen ruik je de geur van het eten niet, zie je de chef niet, hoor je het geroezemoes niet en weet je niet wie naast je aan tafel zit. Er is geen ontmoeting meer, geen frictie, geen gedeelde ervaring. Met als gevolg dat we allemaal onze eigen wereld krijgen, maar steeds minder een gemeenschappelijke.

Parallelle werelden in de broekzak

Onze telefoon is intussen niet langer een hulpmiddel om te communiceren, maar een apparaat dat een mini-universum om ons heen bouwt. Het toont ons beelden, ideeën en politieke boodschappen die passen bij onze voorkeuren en vermoedelijke overtuigingen. Het gevolg is dat twee mensen die naast elkaar op de bus zitten, elk in een andere realiteit leven.

De ene ziet bijvoorbeeld vooral berichten over economische dreiging, de andere enkel optimistische innovatieverhalen. Iemand krijgt telkens hetzelfde partijstandpunt te zien, terwijl iemand anders voortdurend nuance voorgeschoteld krijgt. Voor de eerste lijkt de wereld in brand te staan. Voor de tweede lijkt er weinig aan de hand. Beide ervaringen voelen waarachtig, want beide worden gevoed door algoritmes die het beste in zich naar boven halen: relevantie.

Maar relevantie is niet hetzelfde als realiteit. Politiek denken lijdt daaronder. Waar politiek ooit begon bij het gezamenlijk inschatten van een situatie, begint het nu bij het individueel geoptimaliseerde wereldbeeld dat ons wordt aangeboden. Mensen spreken dezelfde woorden, maar doelen op andere feiten. Ze voeren discussies, maar niet over dezelfde realiteit. Ze vormen meningen, maar niet meer vanuit een gedeeld fundament.

In die versnippering verdwijnt langzaam iets belangrijks: de democratische basis.
Je kunt immers niet samen beslissen over een toekomst die je niet meer samen ziet.

Het algoritme dat jou beter kent dan jij jezelf

Er is in dit alles een subtiele maar fundamentele verschuiving: algoritmes nemen de rol op van iemand die ons “kent”. Ze voorspellen wat ons raakt, wat ons frustreert, wat ons bevestigt. Ze tonen ons niet wat wij zoeken, maar wat wij volgens hun statistiek nodig hebben.

Dat leidde tot een nieuwe paradox. We hebben meer informatie dan ooit, maar minder inzicht. We krijgen meer meningen binnen dan ooit, maar vormen minder vaak een eigen. De machine denkt voor ons, maar ze denkt niet met ons. Ze maakt van elke gedachte een tunnel, van elke klik een bevestiging, van elke twijfel een signaal dat moet worden weggefilterd.

De Griekse filosofen zouden dit een vorm van innerlijke luiheid noemen: een afhankelijkheid van externe prikkels in plaats van het trainen van het eigen oordeel. De Stoïcijnen geloofden dat echte helderheid alleen ontstaat door te oefenen in afstand, reflectie en zelfbeheersing. Ze leerden dat meningen gevormd moeten worden in een open ruimte, in dialoog, in confrontatie, in de bereidheid om meerdere perspectieven te bekijken.

Maar in onze digitale dark kitchen is dat moeilijk. Daar is twijfel slecht voor de “engagementrate”, nuance slecht voor de “retentie”, en stilte slecht voor de “kliksnelheid”.
De machine heeft liever dat we onmiddellijk reageren: boos, bang, euforisch, verontwaardigd. Dat is goed voor de cijfers, maar slecht voor de democratische spierkracht.

De Stoa zonder filosofen

In de Stoa van Athene, die open galerij waar men wandelde, discussieerde en dacht, kwam je niet om bevestigd te worden. Je kwam om het denken te scherpen. Je ontmoette anderen. Je hoorde argumenten die je eigen overtuiging dwarsboomden. Je leerde luisteren. Je oefende je oordeel. Je werd niet geoptimaliseerd voor gemak, maar uitgedaagd tot inzicht.

Vandaag is er geen Stoa meer. De filosofen zitten niet meer zichtbaar in de wereld. Ze zijn er wel nog, maar voor de gemakzuchtigen onder ons, hebben we ze laten vervangen door algoritmes die geen belang hebben bij onze groei, maar enkel bij onze aandacht.

Waar de Stoa je uitnodigde om je eigen mening te vormen, nodigt het algoritme je uit om te klikken op meningen die je al had. Waar de Stoa bedoeld was om ruimte te creëren, vernauwt de digitale bubbel de horizon. Waar de filosofie je naar stabiliteit leidde, leidt de digitale keuken je naar prikkels.

En zo verdwijnt de mens langzaam uit de publieke ruimte, net zoals de kok uit de keuken is verdwenen. Wat overblijft, is een systeem dat maaltijden serveert die we niet hebben besteld, maar toch blijven opeten.

De Stoa kan ons hier iets leren. Niet dat we moeten terugkeren naar marmeren zuilengalerijen, maar dat we moeten terugkeren naar bewuste reflectie. Dat we moeten leren even uit onze bubbel te stappen. Dat we opnieuw moeten oefenen in het vormen van meningen die niet worden ingelepeld, maar ontstaan uit gesprek, twijfel en inzicht.

Misschien moeten we als samenleving opnieuw een soort digitale Stoa bouwen. Een plek waar de kok zichtbaar is, waar de maaltijd gedeeld wordt, waar het meningsverschil mag bestaan, en waar het denken niet geoptimaliseerd, maar bevraagd wordt. Want alleen daar, in de ontmoeting tussen verschillende werkelijkheden, ontstaat iets wat geen algoritme kan koken: een menselijke democratie.

Deel dit verhaal:

Andere verhalen