Vertrouwen in tijden van pixels

Er was een tijd — en die ligt nog niet eens tientallen jaren achter ons — dat we letterlijk konden geloven wat we zagen. Een foto loog niet. Een nieuwslezer was een mens van vlees en bloed. Een stem op televisie had een lichaam, een camera, een redacteur. Vandaag weten we dat dit tijdperk voorbij is. Het geloof in onze eigen ogen is aan erosie onderhevig. Pixels hebben een agenda gekregen.

We leven in een wereld waarin een computer binnen enkele minuten een overtuigende nieuwslezer kan genereren, compleet met hemd, stropdas en een stem die de juiste intonatie gebruikt om “duiding” te geven. In Hongarije en Rusland is het al realiteit. AI-gegenereerde presentatoren die de standpunten van de macht exact herkauwen, komen bovengemiddeld voor. Geen mens die nadenkt, tegenspreekt, nuanceert. En raar genoeg, geen mens die er moe van wordt. Het perfecte propagandamiddel.

In die context moet je de recente golf van fake news rond Bart De Wever zien. Het idee dat hij pro-Russisch zou zijn, werd niet verspreid door een columnist, of een marginaal forum met twintig leden, maar via een netwerk van obscure websites, vertalingen en posts die nét echt genoeg aanvoelen om twijfel te zaaien. Niet de bedoeling om iedereen te overtuigen. Twijfel is genoeg. Onzekerheid is het nieuwe wapen.

Misleiding is zo oud als oorlog zelf

We mogen daarin niet naïef zijn. Misleiding is geen uitvinding van Silicon Valley. De technologie is nieuw, maar de strategie is stokoud. Kijk naar de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden gebruikten een verbijsterend arsenaal aan psychologische trucs om “der Chef” — Hitler zelf — te misleiden. Eén van de meest briljante figuren daarin was Sefton Delmer, de Britse propagandist die nep-Duitse radiozenders opzette. Compleet met zogezegde “verontruste Wehrmacht-officieren”, geloofwaardige roddels, perfect nagespeelde accenten en muziek werd de luisteraar bespeeld.

Delmer maakte uitzendingen die zo echt klonken dat zelfs Duitse militairen ernaar luisterden en geloofden dat ze authentieke interne communicatie te horen kregen. Het was toen radiotechniek en menselijke creativiteit. Vandaag zijn het neurale netwerken en algoritmen. Maar de kern is dezelfde: wie het verhaal controleert, controleert de werkelijkheid.

Wie trapt erin?

Het is te gemakkelijk om te zeggen dat vooral “de niet-hogeropgeleide burger” het slachtoffer is. Het klopt dat sommige mensen sneller geneigd zijn om berichten te geloven als ze verpakt worden als nieuws, zeker wanneer kritische geletterdheid minder ontwikkeld is. Maar het zou oneerlijk en zelfs elitair zijn om te doen alsof hogeropgeleiden immuun zijn. Integendeel: ook zij laten zich vangen. Alleen op een andere manier.

Ook zij geloven soms omdat de bron “professioneel lijkt”. Een logo, een nette studio, een nieuwslezer — zelfs een neppe — is voldoende om vertrouwen op te roepen.

De hogeropgeleide weet dat manipulatie bestaat, maar trapt erin omdat het verhaal perfect in zijn wereldbeeld past. ‘Confirmation bias’ is een democratisch verschijnsel, iedereen doet eraan mee. We geloven sneller wat ons uitkomt. En deepfakes spelen daar genadeloos op in.

Misschien is dat wel het meest angstaanjagende: dat niemand nog zeker is. Niet de naïeve, niet de kritische, niet de cynische, niet de geïnformeerde. In tijden van pixels worden we allemaal even kwetsbaar.

Europa als slagveld

En terwijl wij scrollen, liken, delen en reageren, zijn er globalere spelers aan zet. Rusland probeert zijn waarheid neer te leggen. Ze claimen dat het Westen decadent is, Europa zwak en de democratie failliet. Hun nepnieuwslezers en deepfake-video’s doen dienst als digitale artillerie.

Aan de andere kant van de oceaan zitten machtige denktanks rond de MAGA-beweging te wijzen naar Europa: “Jullie verliezen jullie cultuur. Jullie hebben ons nodig. Steun de partijen die onze waarden delen.” En dat gebeurt niet langer via diplomatieke kanalen. Ook hier via algoritmes, geautomatiseerde video’s, polariserende boodschappen die exact de juiste doelgroep bereiken.

Amerika en Rusland leggen hun “waarheid” naast elkaar op Europese sociale media. Niet met bommen, maar met slogans. Niet met militaire bases, maar met digitale echo’s. En wij? Wij zijn het terrein.

Europa wordt opnieuw het speelveld van de wereld. Niet omdat hier opnieuw tanks rijden, maar omdat hier twijfel te oogsten valt. Omdat we kwetsbaar zijn. Divers in cultuur, open in debat, maar afhankelijk van technologie die we niet controleren, verdeeld in duizend online stammen die nauwelijks nog met elkaar praten.

Oorlog ziet er anders uit

We blijven oorlog koppelen aan tanks die grenzen overschrijden. Maar echte oorlog, de moderne versie, begint lang daarvoor. Hij begint op het moment dat mensen elkaar niet meer vertrouwen. Dat media verdacht worden. Dat politici worden gedehumaniseerd. Dat burgers elkaar verachten op basis van nepbeelden. Dat feiten discussiepunten worden.

In die zin, vrees ik dat we er al voor een stuk inzitten. Niet in een oorlog die je hoort aankomen, maar in een oorlog die zich fluisterend verplaatst van scherm naar scherm. Een oorlog zonder frontlijn, maar met miljoenen persoonlijke slagvelden: onze eigen nieuwsfeeds, onze gesprekken, onze vermoedens.

En misschien is dat precies het gevaar: dat deze oorlog geen moment kent waarop de sirenes afgaan. Geen dag waarop we zeggen: “Nu is het begonnen.” Hij sluipt. Hij sijpelt. Hij nestelt zich in onze onzekerheid.

Deel dit verhaal:

Andere verhalen