In China is er onlangs opnieuw aandacht ontstaan voor de rol van online influencers, en dan vooral voor de zogeheten hosts: mensen die live op sociale media advies geven over onderwerpen zoals gezondheid, onderwijs, financiën of recht. Volgens een landelijke beroepsrichtlijn moeten deze hosts effectief aantonen dat zij daadwerkelijk beschikken over de kennis en kwalificaties om over zulke thema’s te mogen spreken.
Dat klinkt misschien streng, maar in wezen is het heel logisch. We verwachten van een chirurg dat hij een geneeskundediploma heeft, en van een advocaat dat zij voor de balie beëdigd is. Waarom zouden we dan mensen die op grote schaal medische of financiële adviezen verspreiden niet aan een gelijkaardige basisvoorwaarde houden?
Toch zie je dat het nieuws zich inmiddels op sociale media heeft losgezongen van de oorspronkelijke context. Daar wordt het snel herleid tot een slogan als: “In China moet je nu een diploma hebben om een mening te hebben!” Dat klopt niet, maar het feit dat zo’n zin zo snel impact heeft, zegt wel iets over ons tijdsgewricht. Het toont hoe groot de invloed van opiniemakers en contentmakers is geworden, en hoe ongemakkelijk we ons daar soms bij voelen.
Flinterdun
Want online is de grens tussen een persoonlijke mening en een feitelijke waarheid dunner geworden dan ooit. Een zorgvuldig gemonteerde video, een stellig uitgesproken zin of een verwijzing naar “iemand die het onderzocht heeft” kan al voldoende zijn om een bewering geloofwaardig te doen lijken. Sociale media belonen geen nuance en geen twijfels; ze belonen overtuiging, eenvoud en emotie. Daardoor verschuift onze aandacht gemakkelijk van kennis naar indruk, en van expertise naar charisma.
Europa is zich daar overigens ook van bewust. Met regelgeving zoals de Digital Services Act wordt geprobeerd om platforms verantwoordelijker te maken voor de verspreiding van desinformatie en worden commerciële influencers verplicht duidelijker te communiceren wanneer ze reclame maken. Het is minder direct dan een diploma-eis, maar de beweging is duidelijk dezelfde: wie invloed heeft, draagt verantwoordelijkheid.
Vlaanderen
In Vlaanderen is er nu zelfs een kwaliteitslabel voor bloggers en online contentmakers. Het Vlaams Kwaliteitslabel voor Influencers (VKLI) is een vrijwillig keurmerk dat laat zien dat een maker zich houdt aan transparantie en betrouwbaarheid. Het wordt ondersteund door Mediawijs (Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid).
Influencers die het label aanvragen, engageren zich onder andere tot het duidelijk aangeven wat reclame is en wat eigen content is. Maar ook beloven ze geen misleidende informatie te verspreiden en te verwijzen naar echte bronnen. Kortom duidelijkheid geven aan de lezer, kijker en/of luisteraar. Het is dan wel geen diploma, noch over het topic waarover men spreekt in zijn influencing kanaal, nog over het infuencen zelf. Maar het geeft toch iets aan. Men beseft dat de idioten eruit moeten…
Dat er zelfs opleidingen voor influencers ontstaan, zegt veel — en tegelijkertijd niets. Het toont dat we zoeken naar houvast, maar nog niet goed weten waar de grens ligt.
Over de grote plas
In de Verenigde Staten is dit debat nog scherper zichtbaar. Wanneer dezelfde logica daar zou gelden, zouden sommige bekende figuren eerst een betrouwbaarheidslabel moeten halen. Denk aan Robert Kennedy Jr., die ondanks de wetenschappelijke consensus blijft volhouden dat vaccins ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Of aan Donald Trump, die beweerde dat vaccins autisme veroorzaken, omdat hij “ergens gehoord had” dat het zo was. Zulke uitspraken hebben een enorm bereik en dragen bij aan wantrouwen in wetenschap en gezondheidszorg, zonder dat ze gebaseerd zijn op betrouwbare kennis. Laat staan een diploma.
Dat brengt ons bij de kern van de zaak. Het gaat er niet om dat iedereen een diploma moet hebben om een mening te mogen uiten. Het gaat erom dat niet iedereen met een groot bereik automatisch een betrouwbare bron is. Een mening blijft een mening, zelfs wanneer honderdduizenden mensen ze liken, delen of napraten. Een publiek verdient de zekerheid dat wie hen adviseert over gezondheid, geld of recht, dat niet zomaar doet op basis van overtuiging alleen, maar op basis van kennis en verantwoordelijkheid.
De vraag is dus niet of men mag spreken, maar of wij als luisteraars nog het verschil kunnen en willen maken tussen iemand die daar werkelijk iets van kent, en iemand die vooral overtuigend klinkt. Als we dat onderscheid verliezen, dan maakt geen diploma ter wereld nog iets uit. En misschien is dat wel de echte les van China: niet dat meningen verboden moeten worden, maar dat kennis opnieuw iets mag betekenen.

