De CEO van schoenenketen Torfs toeterde enkele weken terug in de media dat het gratis terugsturen van aankopen via e-commerce op termijn niet houdbaar zal zijn. Kledingketen JBC kondigde nu net een samenwerking aan met de Belgische start-up Hytchers om die retourstroom te organiseren op een ecologische wijze. En allicht ook aan een ander prijskaartje.
Het fenoneem van de e-commerce is niet meer weg te denken uit onze samenleving. De retail staat onder druk. De klassieke winkel is niet meer het eindpunt van de distributie, wel het thuis adres van de klant. Binnen die klantengroep zijn er een niet onaardig aantal die het hun gedrag van in de winkel – we pikken een paar stuks uit in de rekken en gaan dan passen om er ééntje over te houden – perfect naar de huiskamer hebben gekopieerd. Gevolg, de e-commerce krijgt een met een groeiend feonomeen van terugzendingen te kampen.
De (maatschappelijke) kost
Omwille van de grote prijsdruk en de concurrentie, is er slechts één uitweg voor die webshops. De verzendkosten voor de klant minimaliseren en zelfs gratis maken, ook voor de retourzendingen. Wie zelf al eens aan het postloket stond om een pakje te versturen weet dat het prijskaartje zeker niet nul euro is. En vermenigvuldig dat met de vele duizende pakjes die vandaag hun weg zoeken van het distributiecentrum naar de klant en dus vaak ook terug, en het zal je niet verbazen dat deze kostenpost mede oorzaak is dat zelfs de grote spelers op de e-commerce markt met moeite rendabel kunnen zijn.
Naast de kostprijs is er ook nog eens de kost in duurzaamheid. Elke koerier die voor je deur stopt heeft de nodige CO2 uitgestoten en als je dit over de gehele keten optelt, dan kom je op een serieuze voetafdruk die de e-commerce neerzet. Daar moet een oplossing voor komen. Voor de CEO van de schoenenketen moet dringend het gratis-verhaal in vraag gesteld worden. Als er een prijskaartje van vast gehangen wordt, dan zal er volgens de ondernemer wel een zelfregulerend mechanisme tot stand komen waarbij de consument wel even zal nadenken alvorens tot een “nutteloze” bestelling over te gaan. Anderzijds komt dan ineens de vraag hoe hoog dat prijskaartje dan wel moet zijn? In een gesprek met één van de auteurs uit onze uitgeverij kwam dit item bovendrijven. Voor drie euro gaan de potentiële kopers echt niet vijfhonderd meter stappen naar de boekhandel, was de conclusie.
Pakjes in de file
Want rijden zit er sowieso al niet in. We staan met zijn allen in de file. De pendelaar, de mensen die op weg zijn naar een zakelijke afspraak en ook de koeriers die de pakjes moeten uitleveren. En daar komt het concept van de nieuwe samenwerkingspartner van de kledingketen tevoorschijn. Ze combineren a met b, tot c. Net zoals er in het mobiliteitsvraagstuk getracht wordt wagens zo vol mogelijk te laten rijden met in sommige landen speciale rijstroken voor wagens met vier inzittenden, tracht deze start-up diezelfde wagens te vullen. Niet met extra passagiers, wel met pakjes. Diezelfde pendelaar wordt tegelijkertijd een koerier.
Uiteraard zijn er een paar randvoorwaarden die ingevuld moeten worden. Als de particuliere koerier speciaal het traject gaat rijden, net zoals een Uber dat zou doen om een persoon van a naar b te brengen, dan wordt de CO2 uitstoot van de oorspronkelijke koerier zeker niet geneutraliseerd. Neen, zowel aan de ophaalzijde als aan de afleverzijde moet de afwijking van het normale traject minimaal zijn. Dus wordt hier het nuttige aan het aangename gepaard. Een chauffeur die het traject om eigen redenen aflegt, zal tegelijkertijd dit ook in naam doen van de distributiefirma. Hytchers claimt in haar communicatie dat testen van het onafhankelijk bureau Ecores aantonen aan dat de pakjesuitleveraar de CO2-uitstoot met 88% kan verminderen. De overigen 12% wordt gecompenseerd door klimaatvriendelijke projecten te financieren in Kenia, China en Oeganda.
Flexibele structuur
Uiteraard is deze werkwijze alleen maar mogelijk door een doorgedreven automatisering waarbij alles van beginpunt (de webshop) over de structuur (ophaalpunt – chauffeur) tot het eindpunt (bestemmeling) geregistreerd en opgevolgd wordt. We speken hier bewust van structuur en niet van infrastructuur. Waarbij bij klassieke koeriers die binnen een traditionele distributie – laten we de post als uitgangspunt nemen – er werknemers, specifieke wagens en specifieke gebouwen zijn, die enkel en alleen voor dat nut gebruikt kunnen worden. We kunnen dan spreken van een infrastructuur. In de wereld van de klassieke koeriersfirma’s die reeds lang het genot van de ZZP’er (1) ontdekt hebben, is reeds al een stukje van hun infrastructuur overgezet op de ad hoc in te huren freelance chauffeur. Zo hebben ze al wat meer afstand van genomen van de klassieke bijna fysieke structuur. Maar ze werken toch nog steeds met een quasi op voorhand gekende structuur. Zo is de ZZP’er die de distributieronde gaat rijden eigenlijk vaak dezelfde voor die bepaalde ronde.
In de bovenstaande case wordt alles anders. Er is geen vastgelegde ronde. Er is geen voorafgaandelijke uitgestippelde structuur. Er is alleen maar een proces. Een proces dat er voor zorgt wanneer er een pakje in het systeem bovenwater komt, er een match gemaakt wordt met een potentiële chauffeur. Dat kan vandaag A zijn, morgen B en de route kan over knooppunt X of Y lopen. Het voornaamste is te begrijpen dat er geen uitgedokterd vastliggend spinnenweb is om de pakjes door te schuiven. Het is een fluïd systeem dat zich aanpast aan de noodwendigheden van het moment. Het mechanisme wordt het proces, niet het proces zelf is het mechanisme. En het proces is in wezen compleet digitaal, met enkele noodzakelijke fysieke onderdelen. We kunnen helaas het pakje nog niet naar de eindbestemming beamen, zoals Star-Trek ons al decennia laat verhopen.
Consument wordt deel van het proces
Er is nog een element dat het proces dat in deze case voorligt uniek maakt. We weten reeds lang dat de consument steeds meer deel uitmaakt van de procesketen en bijhorende supply-chain. Niet alleen door te bestellen, maar ook door de mogelijkheid om producten zelf te configureren via productsamenstellers. Denk bijvoorbeeld aan een kledingstuk waarbij de klant kiest welk motief er op moet geborduurd worden. Daar kruipt de klant op in de keten van de leverancier. Maar verder had hij of zij geen invloed op het uitvoeren van de operaties. Nu met deze methodiek gaat de klant – niet echt de klant zelf, maar een substituut – ook nog zorg dragen voor het pakjesuitleverend deel van het proces. En zo wordt de klant nog een stukje meer deel van de procesketen.
(1) ZZP : Zelfstandige Zonder Personeel