Af en toe zwerven op de sociale media, bij wijze van grap, nog prijslijstjes rond over de kost van een e-mail voor een consument. We spreken dan over de jaren tachtig van vorige eeuw. We hebben die tijd nog zelf gekend, elke verzonden e-mailbericht werd geteld en mee in rekening gebracht. Vandaag wordt elk digitaal bericht niet meer apart geteld en op je afrekening opgevoerd. En we e-mailen er duchtig op los. Een mentaliteit die we zonder schaamte doortrekken in de e-commerce, we sturen al even duchtig pakjes terug!
Want we hebben met zijn allen het gevoel dat e-mail niets kost. Het is dus gratis, dus nog een extra berichtje er bovenop. En ieders e-mailbox loopt zo dagelijks vol, met gevraagde en ongevraagde e-mailberichten. Alleen, het lijkt wel gratis, maar e-mailberichten versturen kost wel degelijk nog steeds geld. Je hebt een internetverbinding nodig, servers die als doorgeefluik fungeren, opslagruimte voor die geweldige hoeveelheid data die bewaard moet blijven. Eén enkele é-mail is uiteraard verwaarloosbaar in digitaal gewicht, maar als je de miljarden die er dagelijks door de digitale jachtvelden glijden bij elkaar optelt, dan kom je met een kleine harde schijf niet toe. En dat dag na dag.
Dollar het stuk
Die kost zit uiteraard versleuteld in je internetabonnement. Je beseft het niet, maar uiteindelijk betaal je voor elke e-mail die je verstuurt. Niet meer een amerikaanse dollar het stuk, zoals in de begintijden van het internet, weliswaar in fracties van centen binnen je pakket bij je provider. Zelfs gratis e-mailadressen betaal je op één of andere manier. Wees gerust dat Google met haar Gmail een rendabel business model heeft. Het is gebaseerd op je gedrag en de informatie die in je e-mailberichten door de grote google snuffelaar passeert. Je krijgt ‘gepaste reclame’ bij je e-mail, een dienst die je betaalt, niet met euro’s, maar in natura met persoonlijke informatie.
Het lijkt mischien sloganesk, maar gratis bestaat niet. Ergens wordt de rekening betaald, openlijk, dan wel verborgen. Uiteiendelijk is er een proces dat draait, dat waarde toevoegt, maar waar een prijs tgegenover staat. En toch zit dat gratis gevoel ook sterk ingebakken bij de consumenten die op webshops hun inkopen doen. We bestellen gerust een maatje meer, als het niet goed zit, dan sturen we het gratis terug naar de verkoper. Het ergste is dat vrijwel alle webshops dat gratis ook promoten als een uniek verkoopsargument. Hoewel, als iedereen het aanbiedt, in hoeverre kan je dan nog uniek zijn? Allicht onder de druk van de consument die anders niet aan je webshop zou passeren. Nu, dat gratis kunnen we alvast een klein beetje nuanceren.
We betalen ook zelf
Net zoals in de distributie hele theorieën bestaan over de laatste kilometer, is er bij het terugzenden van die pakjes ook zoiets als de eerste kilometer. De consument die zijn pakje van de webshop wil terugsturen naar de afzender, moet zich minstens naar een ingangspunt van de post of servicebalie verplaatsen. Als je daarvoor in de wagen stapt, dan betalen we al een deel van de kost zelf. Maar daar gaan we snel aan voorbij, want dat verdwijnt in het pakket autokosten die we toch al betalen. Het is een exemplarisch voorbeeld waarbij we onbewust blijven denken gratis af te zijn.
Belangrijker is het vraagstuk of de consument inderdaad zonder het gratis verhaal denkt af te haken. Minister Muylle, ondermeer minister voor economie, liet onderzoek doen naar het online koopgedrag van de Belgen. Daaruit leren we dat twee derde van de Belgen shopt op internet en ruim de helft daarvan doet dit minstens eenmaal per maand. In het onderzoek werd ook gepeild of dit koopgedrag even stevig zou blijven indien de gemiddelde kost van vijf euro voor een terugzending zou aangerekend worden. Het werd snel duidelijk. Niet minder dan 46 procent geeft aan dat hij zou afzien van de aankoop. Bij een aangerkeende kost van 1 euro is ment wat toleranter en geeft ‘slechts’ 14 procent aan dat dit een brug te ver is, bij een aangerekende kost van 10 euro loopt het afhaakpercentage zelfs op naar 74 procent.
Nieuwe operationele processen
Uiteindelijk is het de keuze van de webshop hoe ze er mee omgaan. Want zij moeten uiteindelijk rendabel zijn. Cijfers leren dat ze daar het heel moeilijk mee hebben en dat voornamelijk de logistieke kost binnen hun procesketen, met moeite te financieren is uit de inkomsten. Maar een en ander is ook ingebakken in Europese richtlijnen over e-commerce, zodat lidstaten apart weinig handvaten hebben om het probleem aan te pakken. De Belgische overheid kijkt vooral naar de laatste kilometer (of mijl). Minister Muylle: “Uit onderzoek blijkt dat de laatste mijl van de pakjeslevering instaat voor 75 procent van de kosten, niet alleen in geld, maar ook voor zaken als verkeer en luchtkwaliteit. Daar kan beleid het verschil maken.”
In het kader van het onderzoek, formuleerde de Belgische Bijzondere Raadgevende Commissie Verbruik en Distributie een aantal aanbevelingen om verduurzaming te realiseren. Ze kijken naar een mogelijk prijsdifferentiatiebeleid op het vlak van transport. De kostprijs van levering op één dag kan hoger zijn, dan wanneer er enkele dagen moet gewacht worden. Het onderzoek toonde aan dat de Belg daar geen probleem mee heeft. Maar volgens de commissie moeten we vooral ook kijken naar nieuwe distributievormen, zoals centrale ophaalpunten waar de eindconsument mee instaat voor die laatste kilometer en dus deel uitmaakt van de operationele keten. Nieuwe organisatievormen, zoals fietskoeriers, en duurzamere verpakkingen zijn nodig en kunnen op hun beurt de keten zelf, als haar afdruk, beïnvloeden.
Maar vooral, dat is volgens de commissie het belangrijkste, is dat de eindconsumenten bewust gemaakt worden over de kosten, zelfs als ze deze niet zichtbaar te zien zijn…